Toerreglement

In verband met het veilig rijden in clubverband is het belangrijk dat de leden zich tijdens de ritten aan bepaalde veiligheidsafspraken houden.
 
Als we ons allemaal positief opstellen kunnen wij gezellig en zo veilig mogelijk toeren. Voor diegenen die reeds regelmatig toerritten meerijden zijn deze afspraken gemeengoed. Er komen geregeld nieuwe leden bij de club, waaronder beslist mensen zijn die geen ervaring met het rijden in groepsverband hebben. Het is in het belang van alle leden dat iedereen op de hoogte is van de afspraken en in het bijzonder de nieuwe leden, want dit kan een ongeval voorkomen.
 

Doe je voordeel met de volgende punten:

  • De toerleider (organisator/voorrijder van de rit) leid de rit. Hij rijdt voorop. Over de groep worden minimaal 2 routebeschrijvingen verdeeld (meerdere als de grootte van de groep dit wenselijk maakt). Als door omstandigheden de rit te lang wordt kan de toerleider in overleg met de groep de rit inkorten, zodat we, als leden dat op prijs stellen, op een acceptabele tijd thuis kunnen zijn.

  • De toerleider heeft ALTIJD de eindverantwoording aangaande de te rijden rit.  Rijd de toerleider de rit met behulp van zijn GPS dan zijn eventuele andere GPS’sen binnen de toer ondergeschikt aan die van de toerleider.

  • Als je een rit organiseert wordt van je verwacht dat je een route op kaart en een geschreven route maakt. Ook hoort er een informatiestukje bij om in het clubblad te plaatsen, 1 maand voor het rijden van de rit.

  • Indien men de rit voortijdig verlaat, dit bij de toerleider melden.

  • Benzine: Iedereen vertrekt met een volle tank.

  • Verlichting: Alle deelnemers aan de rit voeren gedimd groot licht.

  • De achterste man moet te onderscheiden zijn van de andere, bijv. door opvallende verlichting de voeren, of door het dragen van een reflecterend hesje, de toerleider kan zo goed zien of de club voltallig is.

  • Groepsindeling: Snelle ervaren rijders achteraan, langzamere minder ervaren rijders vooraan.

  • Niet van plaats wisselen tijdens het rijden. Blijf op je plaats rijden en wel schuin achter elkaar (baksteengewijs).

  • Snelheid: De toerleider geeft het tempo aan. Hierbij dient hij/zij zijn/haar snelheid aan te passen aan de rest. Dat houdt in: als het te snel gaat laat dan een gat vallen, de man/vrouw voor je zal dit gat vullen enz. enz. Iedereen dient goed in zijn spiegels te kijken zodat je ziet wat er achter je gebeurt. Het is belangrijk goed op te letten, zodat we allemaal op ons gemak rijden. Tevens zorgt de toerleider er voor, dat als er bij een stoplicht (o.i.d.) een deel van de groep achter blijft, de achterste man van het groepje wat door is gereden bij de eerstvolgende afslag blijft wachten op de rest, als de situatie er om vraagt kan men ook langzamer gaan rijden, of stoppen. Stop echter nooit voor of na of op een brug of in een tunnel.

  • Iedereen kan fouten maken. Dus ook de toerleider. Regel is: moeten we keren, stop uiterst rechts van de weg totdat iedereen stilstaat. Hierna keren we een voor een, en in volgorde. Iedereen wacht totdat de laatste is gekeerd, pas dan vertrekken wij.

  • Inhalen: Dit doen je naar eigen inzicht. Haal alleen in als er genoeg ruimte is en rijdt niet blindelings achter diegene die voor je rijdt aan. Er kan voor hem wel genoeg ruimte zijn, maar niet voor jou met alle gevolgen van dien. Het is niet de bedoeling om als groep "en bloc" in te gaan halen. Dit om te voorkomen dat er kilometers lang bezit wordt genomen van de linker- (of tweede) baan, en men deze voor medeweggebruikers afsluit, waardoor automobilisten geïrriteerd kunnen raken. Op de linkerbaan blijven rijden met eenzelfde snelheid als de colonne, denkend "ze gaan zo toch weer inhalen", kan en mag niet, voor het achteropkomende verkeer is dit hinderlijk en gevaarlijk. Na het inhalen indien mogelijk gelijk naar de rechterbaan.

  • Signalen geven: Soms is het nodig om elkaar iets duidelijk te maken terwijl men rijdt.
    • Tankstop .................Op de benzinetank wijzen.
    • Toiletstop.................Op het kruis wijzen.
    • Koffiestop................ Het drinkgebaar maken.
    • Motorproblemen....... Op het motorblok wijzen.

  • Onnodig is misschien er op te wijzen dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn/haar doen en laten. Blijf bij een pech - of ongeval niet allemaal ter plaatse staan op bijvoorbeeld de vluchtstrook maar rijdt naar de eerste parkeerplaats of benzinepomp door. De toerleider geeft hiervoor instructies en zorgt dat er 2 mensen ter plaatse blijven.

  • Rotonde rijden: Blijf op je rijstrook, dus geen bochten afsnijden.

  • Alcohol: Het drinken van alcoholische dranken is tijdens de toerritten niet toegestaan.

  • Er wordt van je verwacht dat jij en je motor aan de wettelijke eisen voldoen. (geldig rijbewijs, motorverzekering en een goede technische staat van de motor).

  • De Toercommissie heeft het recht om ritten te wijzigen of af te lassen.

  • Opmerkingen over de rit worden op prijs gesteld. Deze dezelfde dag bij de Toerleider afhandelen.